DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN 102 keer hoven Fr. Reg. fol. 4vs. 2) Rentm. Rek. v. Noorth. 13431344. 3) Mem. v/d Leenkamer 318, fol. 83. 4) Mem. v/d. Leenkamer 317, fol. 17. e. Het morgengeld, een grondbelasting, die den graaf in zijn voortdurenden geldnood wegens zijn onophoudelijke oorlogen wel te pas kwam. Maar ook dit privilegie van vrijstelling van vaert was voor den graaf nog geen reden, om de prestatie van het morgengeld nog niet andere prestatie’s van de huijsluijden te eischen. Behalve dat in 1343 de huijsluijden den f. 50sten penning aan den graaf als extra-ordinairis-bede opbrengen, 2) werd dat in 1409 nog eens herhaald. In 1426 wordt een „Taxeringe van XXX™ scilde op te stede ende dorpe in Holland” gezet; die Haghe brengt daarin op m. sc. 3). In 1425 is de graaf wederom in strijd gewikkeld en ligt hij voor Schoonhoven. De „goide luden” uit die Haghe staan hem bij met hun wagen- diensten, of den „dienst van de swiepe”, zooals deze gewoonlijk worden genoemd, al drie weken lang. Maar hij heeft behoefte aan nog meer diensten. Vandaar een nieuwe bede aan die van den Haag. Deze „sullen onsen getrouwen tresorier om onser begeerten willen so vele gelts uutreycken, dat hii drie weken lang ende niet lan ger XXV gewapende mede houden sal mogen op onser blockhuijse voor Scoenhoven”. Als tegenprestatie heeft hij hun nogmaals „geconsenteert en sulke gratie gedaen, dat sii op desen tijt anders genen dijenste doen en sullen mit gelde noch mit luden in onsen besitte voirsc. ten ware datter een gemeijn clockegeslach geviele in onse gemeijnen lande, so souden sii mede doen, gelijc die gemeenen ondersaten onser lande voirs.” 4) Zoo is er aan het schenken van ieder privilegie aan die Haghe

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 124