WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 127 schepenen, dat rechtspraak van baljuw en sche de groote halsmisdaden een den graaf en zijn raad, na Holland, terwijl alle zaken be~ van het hof ook Holland worden confiscation, spruijtende uut alle crimineele saken in de voirs. officie verschijnende, alle twelcke an mijnen ge- naedigen heere besondert ende gereserveert is, van alle welcke besondere ende gereserveerde breuken die voirs. baillu schuldich is rekeninge ende bewijs te doen, zonder ijet dair of te verswijgen noch dat criminel in civil te verkeeren, mits dair of hebbende voor sijn loon van des hij mitten mannen dair of berechten mach den vijfften penninck ende van tgeene dat hij mitten mannen noch scepenen niet berechten en mach ende bij sijnen anbrengen by den hove van Hollant berecht en gedadinct wordt, dair of sal hij hebben den Xden penning”. We zien dus hier uit, dat er voor die buren in die Haghe, naast het college van schout en we straks zullen bespreken, bestaat een baljuw en welgeboren mannen en van i penen, terwijl er voor rechtspraak bestaat van 1425 van het hof van treffende de edelen en de suppoosten voor 's Graven raad of het Hof van behandeld. Dit laatste was natuurlijk ook het geval vóór 1357, terwijl er later, in het hoofdstuk over het bosch van die Haghe, nog een aparte rechtspraak in jachtzaken ter sprake zal worden gebracht. Welke zaken werden nu door baljuw en mannen berecht? En welke zaken door baljuw en schepenen? In geen enkele instructie vinden we daarvan een op somming, zoodat men, om tot een inzicht te komen in de bevoegdheden van deze twee colleges, op de baljuw- rekeningen als bron van kennis in deze moeilijkheid aangewezen is, aangezien in sommige baljuwrekeningen niet in alle vermeld wordt, wat met de mannen en wat met de schepenen berecht is.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 149