zal blijken, hoe langzamerhand de schepenen de functies
der welgeborenen aan zich trekken, wat dan eindigt met
het volledig terzijde stellen van de welgeborenen door de
schepenen. Maar dit grijpt pas in de volgende jaren plaats.
Volgens de baljuw-instructie van 1356 worden de
schepenen aangesteld door den baljuw „also dicke alst
otbaerlic is ende et onsen rentemeester voert oerbaerlic
duijncken sal”.
Volgens de baljuw-instructie van 1357 worden de
schepenen aangesteld door den baljuw „also dicke alst
hem (d.i. den baljuw) nuttelic ende otbaerlic denken sal.’’
Volgens het privilegie van 1407, gegeven aan de ge-
heele Haghe zal de baljuw de schepenen kiezen uit
huijsluijden en welgeborenen, terwijl een ieder, die schepen
is of is geweest, vrede zal mogen eischen als een wel
geboren man. „Voirt so hebben wij om des gemenen
orbairs wil onsen goeden lieden voirscreven sulke gracie
gedaen ende geconsenteert, consenteren ende willen
dat onse wailgeboren lude ende huijslude ende binnen
onse voirscreven ambacht geseten, samentlic in onse ge
rechte wesen sullen ende onse dorp ende ambacht regeeren
tot onsen eren ende ter besten oirbair, also dat onse bailliu
die nu is of namaels wesen sal ut onse goede wailgeborenen
ende huysluden voirnoemt alle jair up sinte katerinen dach
kiesen ende setten sal seven goede eersamige mannen, die
drie jair after een binnen onsen voirscreven ambachte
woenstat gehouden hebben, scepenen tewesen in onze
dorpe ende ambacht voirscreven een jair lang, die men
alle jair versetten sal up sjairsdach voirs ende anders
niet. Ende so wes onse scepene voirscreven die indertijt
wesen sullen met onse dagelicxen rechter kueren sullen,
dat ons dorps ende ambachts oirbair ende onse heerlicheit
WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16?- EEUW 135
vlg.
1) Fr. Reg. fol. 4vs. en