HOE DEN HAAG ZIJN CINGELS KREEG 3 Haag zou kunnen richten, en drong daarom aan op versterking van die „notable plaetse” terwille van „zoo veel goede ingesetenen.” Maurits’ brief vond de Hagenaars niet onvoorbereid. Reeds den 21 sten April tevoren had de plaatselijke regee- ring de volgende voor ons onderwerp zeer belangrijke beslissing genomen. (Fol. 100 verso.) „Lipte propositie bijd(e) Burgem(eeste)r(en) gedaen dat „alsoe den gemeenen vijant poocht om te water te comen „en(de) eenich crijsvolck an de strande op te setten en(de) „den Hage overvallen en(de) spoliëren, beroven en(de) „in brande te steecken, door welcke vreese alle de col- „legiën en(de) Raeden gescaepen souden sijn te scheyden ,,en(de) vuyt(en) Hage te vertrecken, twelck soude strecken „tot totale ruyne van tcorpus v(an den) Hage ende de „gansse gemeente van dien ende daerom(m)e wel nodich „bevond(en) soude werden den Hage te starcken en(de) „in defentie te brengen jegens de overvallen. Sijn een- „drachtelicken geresolveert dat men den Hage sal in „defentie maecken ten meesten oerbaere en(de) dienste „sulcxs als dat beraempt sal mogen werden”. Het gevaar was trouwens niet nieuw, maar had reeds een jaar tevoren gedreigd. Ook toen zou de aanval komen van overzee, en zou moeten hebben plaats grij pen in aansluiting aan den in Mei 1599 door Velasco ontworpen en door La Barlotte uitgevoerden inval der Spanjaarden in den Bommelerwaard. Maar de veldtocht van Maurits, die daarop direct volgde, had de Span jaarden tot terugtrekken bewogen en de inneming van Crêvecoeur gevolgd door de overgave van het fort Sint Andries in Maart 1600, had het gevaar van een inval van de landzijde afgewend en „den hollantschen tuyn beslooten.” Dit had, meende Maurits, het gevaar voor den Haag wel verminderd, doch volstrekt niet opge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 15