DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN
146
1) Fr. Reg. fol. 77.
sententiën T. van 28 Oct. 148229 Nov. 1486 fol. 77
van het Hof van Holland een sententie, waardoor een
meeningsverschil over de uitlegging van dit privilegie,
gerezen tusschen de magistraat en de bewoners van
Eikenduinerambacht, opgelost wordt. Immers, gebruik
makende van hun recht van keur bepalen die van der
Haghe „dat die van Eykenduinen hoir bier, dat sy be
hoeven en doen haelen binnen Delf, souden moeten
brengen door de Hage en aldaer de excijns daerop ge-
stelt volgens hair taux betaelen”, waarop dan door het
Hof van Holland „by sententie is verstaen, dat die van
Eykenduinen gebruiken sullen die oude wege of wate-
ringe omme hair bier daer door te halen en dat die
van de Hage een persoon committeren konden om binnen
Eykenduinen die excijns te ontfangen’’.
De tresorie is hiermede dus definitief gemaakt tot een
van het geheele ambacht van der Haghe met twee
ontvangers. (Onder Eykenduinen hebben we niet te ver
staan het dorp, doch het ambacht van Eykenduinen,
waarover meer in het hoofdstuk over de samenstellende
deelen van die Haghe onder letter d en e.)
De opbrengst van dit middel, jarenlang de eenige
inkomst van die van der Haghe, leeren we kennen uit
de informacie van 1494: „item aengaende den staat van
heure faculteyt int generaal seggen, dat sy niet incommen
en hebben dan den excijnse. dewelcke sy onlancx ver-
cregen hebben naer den oorloge van Utrecht ende jaerlicx
beloopt d'een jaer min, d’ander jaer meer, omtrent 18
of 19c Rhijns gulden.”
Behalve in de zoo juist geciteerde sententie van het
Hof van Holland van 26 Maart 1483 vinden van aan
stelling van tresoriers melding gemaakt in 1513 en