HOE DEN HAAG ZIJN CINGELS KREEG
4
een serieusen aanval kon niet
het dorp-zelf lag geheel open,
bleek herhaaldelijk. Laten wij
en Kabel-
In 1418 werd het hof met bolwerken versterkt, tegen van Leiden
dreigend gevaar. Zie Meded. v. d. V. enz. I p. 341.
2) Zie Haagsch Jaarboekje 1911.
heven en daar het leggen van een bezetting een deel van
die van Delft zonder meer niet afdoende was, leek hem
en zijn ingenieurs een meer afdoende voorziening noodza
kelijk. Hij drong er bij de Staten op aan, dat deze daartoe
maatregelen zouden nemen, eraan herinnerende hoe reeds
in het begin van den oorlog door de Staten op aandrang
van zijn vader over dergelijke plannen was gedacht,
zonder dat daaraan toen, helaas, gevolg gegeven was.
Inderdaad wees Maurits daarmede een oud euvel aan
en een strategische fout die niet gemakkelijk te begrijpen of
te verklaren is. Reeds sedert zijn stichting was den Haag
zetel van het landsheerlijk gezag, en al waren de hofge
bouwen zelf door een gracht, poorten en muren eenigs-
zins verdedigbaar x), tegen
veel uitgericht worden, en
Dat dit gevaarlijk was,
ons alleen maar de episode uit de Hoeksche
jauwsche twisten herinneren, (1479), dat de Kabeljauwen
onder Egmont en Wassenaer het Hof bezetten en daarna
Wolfert van Borsselen ze verjagen kwamof de beruchte
inval van Maarten van Rossum in 1528, die zonder
tegenstand te ondervinden het dorp bezette en het eerst
na een zware brandschatting weer vrijliet 2).
Dit laatste voorval bad op den economischen bloei
van het dorp een verderflijken invloed, zooals wij uit
de (zij het misschien ook pour besoin de la cause wat
overdrevenherhaalde rekesten om vermindering van
verpondingen kunnen opmaken. Maar als dit reeds zoo
was, hoe zwaar moest dan de bezoeking voor het dorp
niet zijn toen eenmaal de opstand was uitgebroken en