DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN
148
te vinden in het Papieren Register 2 fol. 388 ten ge-
meente-archieve, welke acte ons tevens nog het bestaan
doet kennen van een anderen functionaris te Schevenin-
gen, nl. den besetter.
Uit deze acte dan blijkt, dat de schout van Scheve-
ningen een substituut is van den baljuw van der Haghe,
belast met het berechten der boeten en breuken op de
keuren, die door den baljuw berecht dienden te worden,
en de besetter van Scheveningen een substituut van
den schout van der Haghe. belast met het berechten
der boeten en breuken, vallende op keuren, die door
den schout van der Haghe berecht worden.
„Alsoe Guillaume Grandt, bailljuw ende Sijmon van
der Does, schout van der Haghe, heurluijder queste
ende distinctie van de boeten, staende ende spectee-
rende tot heurluijder offitiën respective, die vallen mogen
up den dorpe van Scheveninge ende der strange aldaer,
gebleven hebben up te verklaringe van burgemeesters
ende scepenen van der Hage, dewelke gesien hebbende
seeckere copien van heurluijder contendenten ende hun
voorsaeten commissiën, oick mede alsulcke certifficaten
als sij luijden, dat de bailljuw behoort te berechten
ende te volgen alle alsulcke boeten ende broeken als
volgende de keuren ende ordonnantiën die bij den
voirscr. officieren burgemeesteren ende gerechte up te
zeevarende neringe gestelt sijn ofte gestelt sullen mogen
werden, soe wel up ter strange als binnen den dorpe
voirscr. ende tot dien eijnde aldaer te mogen stellen
een substituyt, die van ouden haercommen altoes ge-
naempt is schout van Sceveninge ende dat den schout van
der Hage behooren te volgen de boeten ende broecken
die vallen ende verschijnen sullen mogen op alle lijftochte
als van broot, vleijs, booter, kaas, melck, ijcken van
tonnen, maten, gewichten ende diergelijcke, sulcx hem