DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN 156 Holland dat herhaaldelijk gezegd is, dat het Hof van de jurisdictie had over ’t Haagsche Bosch. Een halve waarheid echter! Het Hof had alleen jurisdictie in het Haagsche Bosch over zaken van jachtrecht tot 1517, maar alle andere zaken kwamen voor het Haagsche gerecht. Dit blijkt o.a. uit het Reg. van Sententiën van het Hof van Holland van Mr. Heindrick Claesz. van 16 Mei 1510—24 Maart 1512, waarin men onder no. XXXII vindt, dat de jurisdictie van t Haagsche gerecht liep in het Bosch tot het St. Antonis Capelletje. Maar zal en ten O. fundus fisci geen jurisdictiemacht hebben gehad! Waarom echter niet? Het Haagsche Bosch was toch ook domein en daar hadden toch ook baljuw en wel geborenen en later schepenen jurisdictie. Maar was het grafelijkheidsgebied wel domeingrond? Inderdaad mag men zich deze vraag wel eens ter be antwoording voorleggen, en behoeft men de bewering dat de z.g. grafelijkheidsgrond fundus fisci was, niet goedschiks te aanvaarden. In elk geval niet zonder critiek. Want nog eens een blik werpende in de Hof boeken, waarin de erfhuren staan, rustende op de gronden in die Haghe, zien we, zooals reeds gezegd, dat het op het z.g. „grafelijkheidsgebied” wemelt van erfhuren, precies als in het overige gebied van die Haghe, uit gezonderd het Bosch, waarin natuurlijk geen erfhuren voorkomen, dat deze grafelijkheidsgrond juridisch feitelijk in niets te onderscheiden is van het overige gebied en dat indien men het gebied ten N. en O. van de Beek domeingrond noemt, men dus met 't zelfde recht de geheele Haghe domeingrond kan noemen. Daarbij komt nog dit - waarop nog nimmer iemand een ander tegenwerpen, het gebied ten N. van de Beek was toch domeingrond, de en daar kan ’t gerecht van die Haghe toch

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 178