HOE DEN HAAG ZIJN CiNGELS KREEG
5
Hij was langs de zeekust getrokken. Zie over dit en wat volgt
uitvoeriger Smit: den Haag in den Geuzentijd. Het heeft geen zin
hier het minutieus relaas te herhalen.
De laatste volgens een mededeeling van den heer Smit, die een
desbetreffende post vond in een rekening van de Memorie-goederen
der Parochiekerk.
Prinsman en Spanjaard beurtelings het vlek bezetten.
Vooral was het erg tijdens het beleg van Leiden. Reeds
terstond na den val van Haarlem begon de Prins met
pogingen om den Haag te versterken. Maar vóór er iets
gereed was, was Romero er met zijn belegeringstroepen1).
Die maakten zelf enkele schansen, onder andere vóór
in het Bosch, bij het Noordeinde en bij de Geest2),
welke na het opbreken van het eerste beleg als ver
dedigingsmiddelen werden behouden, doch zonder veel
resultaat, daar de prinselijke troepen, bestaande uit slechts
één vendel onder Ruychaver, niet bij machte waren om
zich tijdig te weer te stellen en slechts poogden „nog soo
vele met schansen en schermutselen aen die Geestbrugge
(te doen), dat de Geusen in den Haeghe woonachtich
sijnde, meest hare goederen berchden”. Nog denzelfden
dag bezette Valdez dorp en hof.
Het bergen der goederen is wat al te optimistisch uit
gedrukt. Een deel der tilbare have ware beterde huizen
en veel wat er in was vielen in handen der vijanden,
die schandelijk huishielden, brandschatten, en verschil
lende huizen afbraken en vernielden. Ook het Bosch
had geweldig te lijden. De ellende der bezetting werd
verergerd door hongersnood en pestziekte. Een bevrijding
was het, toen de Spanjaarden, waarschijnlijk op 5 October,
den Haag ontruimden, dat den 8sten weder door de prin-
setroepen werd bezet. Den 9d™ gaf de Prins, die zelf
den vorigen dag in den Haag geweest was, eene ordon
nantie, waarbij hij beval het ongelukkige dorp te be-