DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN
162
1) Register Commisiones II Rekenkamer.
2) Zie ook Rentm. Rekeningen van Noortholl. 13541355 fol.
43 in uitgaven„Item van der heyninghe vant haghehout te poten
met vleder ende met braem bij isebrant van den honden ende dirc
jaghers V W VIII st.”
Rentm. Rekeningen van Noorth. 14291430 fol. 36, in uitgaven:
„van den hout te beheijnen mit doorn."
groeiden en de vruchten er van.
van het grafelijkheidsgebied
1425 hebben we reeds op-
ook de boomen, die er
In de bij de bespreking
geciteerde ordonnantie van
gemerkt, hoe degenen, die boomen omhiewen in „de
wildernisse van het Haghehout”, bedreigd werden met
een boete van 10 U‘, de grafelijke sanctie, die staat op
bijna elke overtreding van grafelijke ordonnantie’s.
Het bosch van der Haghe werd ook wel die Haghe
hout geheeten, want nu eens wordt b.v. gesproken van
de „vedeminghe van verken” in het bosch, zooals in
't Leenregister van Floris V, dan weer van „vede
minghe van verken” in 't hout, zoodat beide namen door
elkaar werden gebruikt. Het was aan de zijde van het
Voorhout tot den tegenwoordigen Dennenweg toe, met
een muur afgesloten, waarvan in de ordonnantie op het
bosch van 1450 de hoogte werd bepaald op 9 voet. Tot
het bosch gaven toegang twee poorten: le de Bosch-,
Voor- of Westpoort, gelegen ter hoogte van de tegen
woordige Schouwburgstraat, in den muur achter ’t Voor
hout, dus aan ’t begin van den weg door het bosch, en 2e
de Oostpoort, aan het andere einde gelegen, ter hoogte
van ’t tegenwoordige Roomhuis. Dat blijkt o.a. uit de com
missie voor Claes van Assendelft voor het portierschap van
de beide poorten, de Oost- en Westpoort van den bossche
van der Haghe op 16 April 1493 x). Verder was het bosch
omheind en gedeeltelijk door sloten afgescheiden 2), zooals
we o.a. lezen in de ordonnantie op ’t bosch van 1498,