DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN 172 moeijen of onderwinden” 1). Hoe weinig ook de buren met deze vroedschap ingenomen waren, terwijl deze vroedschap toch als een voortzetting der burenver- gadering kan aangemerkt worden, blijkt typisch uit enkele ordonnanties en keuren, o.a. uit een concept ordonnantie van 27 Juli 1517 van baljuw, schout, ge rechte, vroetschap en gemeene buijten van der Hage tot invordering van penningen tot den last van den oorlog voor haar portie bij den Hove tot Delft ge- approbeerd 2). Deze bijdrage van de bewoners van der Haghe was een vaste hoofdelijke omslag, tot bestrijding van de kosten van den oorlog, die per week werd geïnd, vandaar dat ze ook „weeckgelt” werd genoemd. De buren doen dus nog mede aan het maken van ordonnanties en keuren, ondanks het feit, dat ze ver tegenwoordigd waren door een vroedschap. Feitelijk erkennen ze deze dus niet als hun vertegenwoordiging. Na 1525 verdwijnen de buren echter voor goed van het tooneel, d.w.z. van het tooneel van het bestuur van het dorp en ’t ambacht van der Haghe. Niet echter we zullen dat later zien verdwijnen ze uit het bestuur van het waterschap. In dat bestuur blijven ze tot zelfs in de 18e eeuw door. In 1525 3) komt er ten slotte een vroedschap van 12 personen, de Raad van Twaalf genoemd, die tot aan den Franschen tijd toe blijft bestaan. Deze vroedschap is aan die van der Haghe toegestaan geworden, evenals zoo veel andere voorrechten, naar aanleiding van de opbrengst van een groote som gelds aan den graaf. Die Twaalf zullen „met die van de gerechte repre- senteeren het Lichaam van der Hage van nu voirtaen G. A. Bijlagen Vroedschap 1518. 2) Mem. Hof. Sandelijn 1513.1524 fol. 129vs. s) Fr. Reg. fol. 87vs.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 194