174
DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN
I
zijn 21-12-3 6
Scheveningen,
van den Haag
den landsheer een verzoek
van burgemeesters of com-
Zwart Bonte Register Rekenkamer, fol. 18 en vlg.
2) Fr. Reg. fol. 77 en vlg.
zaken: dat de eerste vroedschap, ten getale van 32 is
ingesteld in 1451, dat ten gevolge van de herhaalde
oorlogen en plunderingen van de Haghe, die vroed
schap gereduceerd is geworden in den loop van den
tijd tot 12, naast 3 burgemeesters en schepenen, vormende
te zamen 21 personen. Men ziet, hoe deze voorstelling
volkomen onjuist isde beteekenis van ’t privilegie van
1451 wordt misverstaan, de privilegiën van 1513 en
1525 eenvoudig verdonkeremaand. En daarbij: uit deze
voorstelling zou men afleiden, dat er
schepenen, d.w.z. de 7e schepen, die van
telt in het zelfbewuste magistraatscollegie
eenvoudig niet mee.
c. Burgemeesters.
Die Haghe krijgt eerst laat haar burgemeesters. Pas
in 1559 krijgt die Haghe een octrooy, waarbij haar
dagelijksch bestuur met twee burgemeesters wordt uit
gebreid. Toch is er in officieele acten, lang voor 1559,
reeds vaak sprake van burgemeesters. Al in 1505, in
de reeds geciteerde acte van 30 Sept. 1505, wordt
gesproken van „burgemeesters, scepenen ende gemeene
buyren voirs”, terwijl in het begin dier acte alleen sprake
is van „scepenen ende gemeene buyren". Zoo wordt
er nog in andere acten, ook van 1505 en van 1513,
1516, 1520 gesproken van Burgemeesters, terwijl toch
pas in 1559 die Haghe haar eerste burgemeesters krijgt,
hoewel reeds in 1513 aan
was gericht tot verkrijging
muniemeesters 2).
Hoe zit dat nu eigenlijk? Had die Haghe vóór 1559
toch reeds burgemeesters? Neen. Maar de bevoegd-