WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 187 1273 ons deed besluiten, ons met aan zekerheid gren zende waarschijnlijkheid kan doen zeggen, dat die Haghe 1273 zal zijn gevormd. Nu zal men waarschijnlijk allerlei argumenten tegen deze veronderstelling aanvoeren: 1°. dat het leenregister van Floris V, waarin dus de vorming van de jongste Haghe niet verondersteld wordt, gedateerd wordt op 1281 1284. Maar deze dateering behoeft niet juist te wezen en m.i. zal ze ook wel onjuist zijn, gezien het feit, dat er reeds in 1275 gesproken wordt van het hof in die Haghe, wat toch niet het geval zou zijn, indien het hof hier niet gevestigd was, d.i. indien de jongste Haghe ook niet gevormd was geweest. En waar in dit register wordt gesproken van Scheveningen als leen van den heer van Wassenaar, Haetscamp gelegen in Monster- ambacht kan het wel niet anders, of dit register moet een tiental jaren vroeger gedateerd worden. 2°. dat in het bekende register der kerkelijke tienden van de Leenkamer (E.L. 34) van 12751280 de parochie die Haghe niet genoemd wordt. Ook dit is geen argument tegen de zoo juist uitgesproken veronderstelling, om den eenvoudigen reden, dat de parochie van die Haghe volgens de verklaring van schepenen van 1307, „noch tienden noch lant en hevet”, zoodat ze ook moeilijk genoemd kon worden onder de parochies, die tienden opbrachten, te meer nog, waar in de bedoelde acte van 1307 uitdrukkelijk wordt verklaard, dat de moeder kerk van Monster alle lasten voor de kerk van die Haghe heeft betaald. Het ontstaan van die Haghe als ambacht en als parochie en van haar schepenbank is in een geheim zinnig waas gehuld, omdat men nooit een acte heeft gevonden, waarin de instelling van een van deze drie grootheden vermeld werd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 209