HOE DEN HAAG ZIJN C1NGELS KREEG
7
bewoners der
„soo dat de huysen meest ledich en onbewoont waren,
„en soo ontramponeert door de garnisoenen, die hier
„soo van d’eene als d’andere zijde daer gelegen hadden,
„dattet seer verdrietelijk en bedroeflijk was te zien,
„gelijk ik terstondt naer de Pacificatie van Gent, alhier
„comende, met mijn oogen gesien hebbe. De straaten
„waren alsdoen met gras bewassen, veele heerlyke en
„schoone huysen waren deuren, vensteren, solderen, en
„al ’t houtwerk verbrant; in de beste en cierlykste cameren
„hadden de paerden en beesten haer legers gehadt; het
„yserwerk, ankers en anders was uyt de huysen gerooft
„soo dat men soude gemeent hebben, dat de huysen
„niet en mochten staende blyven, ende seer weynig
„inwoonderen waren daer gebleven”.
In dien tijd gebeurde het dan ook, dat de Delftsche
Schutters het groote gevaar voor Delft van een
gemakkelijk te nemen Den Haag inziende, en over
wegende, dat zoolang Den Haag bestond het aantrek
kelijkheid zou hebben voor vijandelijke troepen aan
den Prins van Oranje het voorstel deden Den Haag
plat te branden en voor goed te doen verdwijnen; een
denkbeeld, dat den 29sten Mei 1575 in de vergadering
der Staten van Holland werd gebracht. De Haagsche
magistraat, bij geruchte op de hoogte gekomen van het
plan, had een uitvoerig betoog ingeleverd en, onder
vermelding van wat het voor de zaak van den opstand
gedaan en geleden had, ook gewezen op, die „schoenheyt
ende playsance der voorschreven Hage als een prieel,
die hares gelycke in Europa nyet en heeft”.
De jeugdige Hagenaars gingen nog verderDen 30sten
Mei trok een troep „jongers en kinderen” „gestoct ende
gestaeft” uit en leverde een formeelen veldslag tegen jonge
Delvenaars, hetgeen de wederzijdsche sympathie van de
- zoo naburige plaatsen niet versterkte!