WATERSCHAP TOT HET EINDE DER I6E EEUW 195
die Haghe bij de Riemer III, bl. 40 en 41,
Zie Costume van
No. XLVII en XLVIII.
2) Informatie 1514.
Het moest zich houden aan de ordonnantie’s, door de
schepenbank van die Haghe ingesteld. x)
Volgens de informatie van 1494 stonden er in Nieuw-
veen maar 6 huizen, terwijl de bewoners met turfdelven
hun kost verdienden. In 1514 vinden we in Nieuwveen
25 huizen „die wat gemeerdert zijn in 10 jaeren, maer het
sijn huysen van cleijnder waerden, van elsenhout upge-
worpen”. Nieuwveen betaalde jaarlijks „1 pont groten
tsjaers in de exchijs ende bede’’, terwijl de geheele bijdrage
in alle omslagen jaarlijks voor Nieuwveen beliep 6 U. 2)
h. Haghe-ambacht. We komen nu aan het belang
rijkste deel van die Haghe, n.l. Haghe-ambacht, waar
van we, mede aan de hand van het oude leenregister
van Floris V gevonden hebben, dat het bestond, voordat
de groote Haghe gevormd was, weshalve het ’t oorspron
kelijke, door den graaf geëximeerde gebied moet zijn
geweest. We leidden dit verder af uit het bestaan van
een afzonderlijk waterschaps-ambacht, het Haghe-am
bacht, waaruit met beslistheid te concludeeren valt, dat
dit Haghe-ambacht oorspronkelijk een afzonderlijk juri
disch gebied moet zijn geweest. Volgens de informatie
van 1514 was het groot 650 morgen „daeraf den in-
wonenden van der Hage niet meer toe en behoert dan
omtrent 100 mergen, ende tandere behoert te Delft,
cloosters ende elders: ende van denselven 650 mergen
en zijnder niet boven 200 mergen, die met hem gelden
in de schotponden, hiervoeren verhaelt, mits dattet
andere lant vrij es, als hier voortijts uijtgegeven bij
den Grave van den lande, alsoet meest uijt veenen toe-
gemaect es”. (We moeten in het oog houden dat het