DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN
198
‘1
Plaats wel het oudste plein
Daarop wijst dan ook de naam
en van
genoemd zou
v. Mieris I, 76; Groot Placaetboek II, 1615.
omdat er reeds was
het buitenhof eigenlijk als „voorplaatse” fungeert, zoo-
dat nog een „voorplaatse” inderdaad geen zin zou
hebben. Niet onwaarschijnlijk draagt de Plaats den
naam van Plaats, omdat het was de plaats bij uitnemend-
ten n.w. van den Bezuidenhoutschen weg gelegen sloot
tot de Zijde of de landscheiding, volgde die tot de
scheysloot tusschen Haagambacht en Voorburg en ging
verder door het midden dier watering tot het Zieke of
de Trekvaart. Aan de overzijde dier vaart vindt men
de Hoefkade, welke dan de grens vormt tusschen Haag
ambacht en Rijswijk tot de Beek aan den Moerweg.
Zoo hebben we dan hiermede gevonden het gebied,
oorspronkelijk door den graaf geeximeerd bij zijn kasteel,
dat hij hier had gevestigd. Dus niet het kasteel met
den z.g. grafelijkheidsgrond was het oude landgoed,
maar dit, dat gelegen was tusschen de gevonden grenzen.
Hoe oud deze Haghe is, is moeilijk te zeggen. Indien
de traditie waar is, dat oorspronkelijk hier een jacht
huis van den graaf heeft gestaan en als het in 1097
in die Haghe uitgevaardigde handvest voor Ouderkerk
inderdaad echt is, is het goed mogelijk dat deze Haghe
bij de vereeniging met de andere gebieden reeds een
paar eeuwen oud was. Maar het is ondoenlijk in deze
zaak iets waarschijnlijk te maken bij gebrek aan gege
vens. Indien echter het oude jachthuis aan de Plaats
heeft gestaan, is de meening niet ongerijmd, dat de
van die Haghe zal zijn.
Plaats. Want de mee
ning van de Riemer en van vele anderen, dat de
Plaats alleen zoo genoemd zou wezen, omdat het was
de voor-plaatse voor het hof, is toch onaannemelijk,
een binnen- en buitenhof, waarbij