HOE DEN HAAG ZIJN CINGELS KREEG 9 de andere zijde Zie Oud-Holland, jg. XXIX. merkwaardig verschil te constateeren tusschen de vesting- bouwkunde in 1573 en die van 1600. De eerste is nog geheel op het laat-middeleeuwsch niveau gebleven, de tweede vertoont het moderne systeem van Maurits en later Frederik Hendrik, de aarden wallen met de bol werken en de grachten. Misschien is hier de invloed te bemerken van den beroemden Duitschen ingenieur Daniel Specklin') die in de jaren 1577 en ’78 ons land bezocht en die adviezen gaf o. a. over den vestingaanleg van Dordrecht, Buren en Coevorden, waarin hij reeds dezelfde beginselen huldigde als in zijn in 1600 ver schenen „Architecture”. Het ware misschien van gewicht de vergelijking te maken, en ook eens te onderzoeken of wij hier ook den in vloed van S. Stevin terugvinden. Ik ben echter tot oordee- len daarover onbevoegd, en houd mij liever bij de historie! In de laatste twintig jaren der 16de eeuw was de be- teekenis van den Haag buitengewoon gestegen. Het her stel van de geleden schade was niet alleen reeds lang voltooid, maar er was druk gebouwd. Aanzienlijken uit alle provinciën hadden zich er neer gezet, de rijkdom van de plaats was spreekwoordelijk. Op het Binnenhof waren belangrijke bijbouwen en vergrootingen ontstaan, de bebouwing van Vijverberg en Voorhout ging steeds door. Ik herinner aan het groote woonhuis dat Olden- barneveldt juist in dien tijd liet zetten en het nog veel grootere, dat aan de andere zijde voor Van Aerssen ge bouwd werd. Hoe minder kans de vijand had om een der groote steden te overvallen, hoe begeerlijker het worden moest om het geheel openliggende den Haag aan te vallen, zij het ook maar voor een korten rooftocht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 22