212 DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN naam van de sluis, waarvan het 't onderhoud bekostigde, eveneens was dit bij de oost-ambachten het geval. Maar nu moet men weer goed in het oog houden, dat elk van die west- en oost-ambachten niets te maken had met een bepaald jurisdisch gebied; integen deel, al die ambachten waren niet één bepaald gebied, maar zij waren gevormd uit verschillende deelen, uit verschillende polders in dien zin, dat elk west-ambacht groot was 2600 morgen, elk oost-ambacht 2000 morgen, om een gelijke verdeeling van de lasten te verkrijgen. Deze verdeeling is nogmaals vastgesteld bij de meergenoemde ordonnantie van 1454, art. 3 „Item, dat die acht sluizen int voors. west-ambagt van Delfland gelegen die nu aan een gebragt sijn geweest, bij de voors. heemraden in corte jaaren van nu voortaan blijven en wesen sullen verscheijde en gesmaldeelt elck op sijn ses en twintigh hondert mergen, gelijck dat van outs te wesen pleegt". In het reeds genoemde register 33 vindt men her haaldelijk de sluizen genoemd: de westsluizen zijn, de Monstersche, de Wateringsche, de Voorburgsche, de Naaldwijksche, de Maaslandsche, de Vlaardingsche, de Rijswijksche en de Schipluidschede vijf oostsluizen zijn: de Vrijenbansche, de Hof van Delftsche, de Pijn- akkersche, de Berkelsche en de Kethelsche Sluis. Elk ambacht nu, dat voor zoo’n sluis te zorgen had, was verdeeld in een hoofdambacht, dat zijn naam had gegeven aan de sluis en dat het grootste was en in lidmaatam- bachten, zoo dus, dat het geheel of 2600 morgen, öf 2000 morgen groot was. De grenzen nu van deze hoofd- en lidmaatambachten kwamen overeen met de juridische. Zoo waren nu Segbroek en Haagambacht, zooals we dat in elke rekening van de ambachtsbewaarders kunnen vinden, beide lidmaatambacht in het Westam- bacht, dat de Wateringsche sluis heette en waarvan het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 234