1/ DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN 214 Zie de rekeningen dier ambachtsbewaarders in 't Gem.-archief. I I Haghe-ambacht was door heemraden gequotiseerd op 500 morgen. Immers de Wateringsche sluis stond op 2600 morgen, daarvan betaalde 't hoofdambacht Wateringen voor 1800 morgen, ’t lidmaat Segbroek voor 300 morgen en ’t lidmaat Haagambacht voor 500 morgen. Maar midden 17e eeuw gaarde de ambachtsbewaarder voor Haagambacht voor 650 morgenx). Hoe kwam dit verschil want Haghe-ambacht werd toch niet grooter? Deze onregelmatigheid was op de volgende wijze ont staan: binnen Haghe-ambacht had zich langzamerheid het dorp van der Haghe ontwikkeld en uitgebreid. In een volgend hoofdstuk wordt hierop uitvoerig teruggekomen. Nu betaalde het dorp binnen zijn oor spronkelijke grenzen geen sluisgeld. Het dorp van der Haghe behoorde voor zich zelve dus niet tot het ambacht. Maar de uitbreiding van het dorp van der Haghe was alleen mogelijk door grond van het ambacht bij het dorp te voegen. Deze bebouwde gronden echter moesten wel sluisgeld opbrengen, zoodat dus in de 17e eeuw het ambacht officieel gequotiseerd kon staan voor 500 morgen en toch voor 650 morgen kon opbrengen, om dat het dorp van der Haghe aan het ambacht ongeveer een 100 morgen betaalde: zoo b.v. aan het ambacht zelf een 58 morgen, aan den Zusterpolder 27, aan den Veenpolder 7 enz.; terwijl toen in den regel ook de miente met Haagambacht in waterschapszaken werd medegerekend voor ongeveer 50 morgen. Met deze wetenschap, dat het oorspronkelijke dorp niet tot het ambacht in waterschappelijk opzicht werd gerekend, is het schrijver dezes mogen gelukken de grenzen van het oorspronkelijke dorp van der Haghe te vinden. Maar daarover zoo straks meer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 236