WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 221 XL L Zie de rekeningen van den Veenpolder etc. in't Haagsche Gem.- Archief. Ontstaan van het dorp van der Haghe. Voorts moest de molenmeester de molengelden en omslagen innen van ingelandenart. CXLVII „ende sul len de voorschr. molen-meesters de penningen, daer toe nodich sijnde ende omme-geslaghen, innen ontfangen ende uijtgheven ende daer van jaerlijcx (als des gemeenelandts- reeckeninge ghedaen wert) voor den ingelanden ende gebuijren doen goede sufficante reeckeninge ende reliqua als naer ouder gewoonte, mits dat van den dagh in de kercke te vooren verkondinge sal werden gedaen”. Zoo hadden de polders in Haagambacht elk één molenmeester, die jaarlijks hun rekeningen passeerden voor schout, schepenen en ingelanden x). De molenmees ters stelden voor de bewaring van eiken watermolen een molenaar aan (art. CL.) De schouw van alle nieuwe werken behoorde voor den eersten keer aan hoogheem raden van Delfland (art. CXL), daarna aan schout en schepenen als slijk- en kroosheemraden (art. CLXX), die ook de jurisdictie hadden over alle wegen, kaden, wateringen etc., met beroep op dijkgraaf en hoogheem raden. a. Het dorp is uit die Haghe ontstaan. Vandaar dat de naam zoo eenvoudig en voor-de-hand-liggend is: dorp van der Haghe. Deze naam bewijst al uit zich zelf, dat het dorp in en na die Haghe is ontstaan. Had het reeds vóór die Haghe bestaan, het had nimmer zóó genoemd kunnen worden, zooals de dorpen Eikenduinen, Loos- duinen en Scheveningen, die reeds bestonden vóór dat die Haghe gevormd werd, hun eigen naam hadden. Van-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 243