het geheele gebied van en blijft steeds behooren admi- juridisch tot het ambacht. Zelfs de voor liet dorp verleend gaan in de volgende jaren bij de reeds genoemde privilegiën van 1377, 1400 en 1407 over op alle inwoners van die Haghe, zoodat dan feitelijk in geen enkel opzicht de bewoners van het dorp iets vóór hebben op die van het ambacht. Het groote verschil tusschen dorp en ambacht is ge legen op waterschappelijk gebiedhet dorp betaalde, zooals gezegd, geen sluisgeld en behoorde in water- schappelijk opzicht dus niet tot het ambacht. Wat men nu later den Haag noemt als dorp is niets het dorp van der Haghe aan, maar die Haghe. We zien dus uit het voorafgaande, hoe dwaas het is, de stichting van het dorp te verplaatsen naar 1250. En om nu nog eenmaal de onjuistheid der steeds her- haalde foutieve voorstelling aan te toonen, zij er hier nogmaals op gewezen, dat dit dorp van der Haghe in dit handvest noch in welk ander handvest ook, geen ander bestuur, geen andere schepenbank, geen ander gerecht heeft dan het ambacht, dan de geheele Haghe. Het zijn alleen enkele voorrechten, die niets met een ander bestuur of ander gerecht te maken hebben, die de bewoners van het dorp vóór hebben op de andere bewoners van die Haghe. Meer niet. Dus nóch ver schil in bestuurszaken, nóch verschil in jurisdictie onder scheidt het dorp van de geheele Haghe. De sche penen zijn en blijven schepenen in die Haghe en daarom zijn ze het natuurlijk in het dorp, evenals ze het in Eikenduinen of Scheveningen zijn. Het is dus ook onjuist als men beweert, dat het bestuur van en de rechtspraak over het ambacht zou overgegaan zijn op het dorp. Het dorp behoort dus nistratief en rechten aan 228 DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 250