anders dan één van de dorpen van die Haghe. Zoo juist komt dit uit in de informatie van 1494, waarin sprake is van ,,’t dorpe van der Hage en Haagambacht, te weten: Hage, Scheveningen, Eijkenduinen ende Nijeuveen”. Maar en hier schuilt de oorzaak van al de ver warring, die is ontstaan en van al de onjuiste voor stellingen, die zijn gewekt gaandeweg wordt in de spreektaal en soms ook in officiëele stukken het dorp van der Haghe alleen aangeduid met den naam die Haghe of de Haghe of den Haag. Begrijpelijk is het, dat dit gebeurde. In de eerste plaats, omdat waarschijnlijk de beteekenis van haghe als geëximeerd gebied langzamer hand verdween, zoodat de naam „het dorp van der Haghe” voor velen een naam zonder sprekende beteekenis werd. In de tweede plaats, omdat het dorp van der Haghe het dorp bij uitnemendheid in die Haghe werd, dat alle andere dorpen verre overvleugelde; het was de zetel van het bestuur en het gerecht van der Haghe, zes schepenen waren inwoners van het dorp, dat zich vooral sinds het begin der 16e en het einde der 17e eeuw sterk uit- breidde. Kortom het dorp van der Haghe werd het middelpunt in elk opzicht in die Haghe en zoo ging langzamerhand de naam van het geheel over op het voornaamste deel en werd er eenvoudig van de Haghe of die Haghe gesproken, ook als het dorp bedoeld werd. Zoo sprak men dan van den Haag en Haagam bacht als men de geheele Haghe wilde aanduiden en werden de schepenen genoemd schepenen van den Haag en Haagambacht. En hoe gemakkelijk is hieruit niet die zee van misverstand kunnen ontstaan, die inder daad het goed begrijpen der dingen feitelijk onmoge lijk heeft gemaakt, doordat men ging aannemen, dat den Haag ook altijd den naam was geweest van het dorp. WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 229

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 251