der Haghe heeft nooit stadsrechten
ooit toe gekomen is te meenen,
der Haghe eigenlijk wel een soort
men wel ge-
Leijden doet”,
van een stads-
Echter ook in de „Verclaringhe” van 1334 komt
reeds een post voor over de inning „van merctollen
in die Haghe”, waaruit dan volgt dat tusschen 1316
en 1334 deze markt moet zijn ingesteld.
Het dorp van
gekregen. Hoe men er
dat het dorp van
stadsrecht zou hebben bezeten gelijk
zegd heeft is volkomen onbegrijpelijk. Men heeft
wel gemeend dat in 1451 l) een soort stadsrecht naar
’t voorbeeld van Leiden aan het dorp van der Haghe
zou zijn gegeven. Echter dit is volkomen onjuist. In
1451 wordt er geen handvest gegeven aan het dorp
alleen, maar aan de geheele Haghe. Er is sprake in
dat handvest hoe „schout ende gerechte van der Haige
(d.i. het gansche ambacht), geen eede in rechte in den
ambachte van der Haige van pennyncliker schulde of
diergelijcke zaicke te nemen” gewoon zijn geweest.
Maar nu consenteert de graaf aan dit gerecht in ge
noemde zaken een eed te nemen, „alsoe wel in be
sloetenen tijden als buijten besloetenen tijden gelijck
men dair off p’eecht ende hantiret in onser stede van
Leijden ende anderen onsen steden”.
Zooals men ziet is in dit privilegie zelfs heelemaal
geen sprake van het dorp. En nog minder van een
stadsrecht, dat naar 't voorbeeld van Leiden aan dat
dorp zou zijn gegeven.
Evenmin doelt op een stadsrecht wat in het privi
legie van 1370 staat, dat „soe wi vecht of perlement
maect in onsen dorpe voirscr. die sal inleggen ge-
lijcker wijs als men in onsen stede van
Ook dit heeft niets met de verleening
WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 243
Gem. Archief. Fr. Reg. fol. 120.