manden, horde-wagens, bast ende woolsnoers37fi; 10sc., 4 d. „alle den harde steen an dit voirs. huijs verwrocht, als roesteen lijsten, posten, doerbonders, ecksteen, note 198 ft' 2 sc. „van dit huus te metsen bij dachhuijre ende die steen te houde bij den duijsent ende mede daerinne begrepen die dachhuijre van de overknape 230 II,2 sc. 8 d. „utgeven van alle dat houtwerck tot desen huijse behoeft, by den hoop bestedet ende voert mitsgaders van overwerck ende ander oncosten tot drie instancien gedaen beloipt 576 fc 9 sc. 4 d. „utgeven van all dat ijserwerck an desen huijse ver wrocht, als glaesbalcken, anckers, wintijsers, hengelessen, sloten, grendels en voert alle manier van nagelen, van cleijnen totten groten gelevert bij de ponde of bij de dusent 120 IK 9 sc. 8 d. „utgeven van alle maniere van wagescot tot desen huijse behoeflick mede te bescieten ende stoffeere alsoet behoort, beloept 177 U' 14 sc. „utgeve van dit huijs mitsgaders die leijen, die leij- nagele ende dat loet ende arbeijt also in de rekeningen particulier gespecificeert is 261 16 sc. 8 d. „uitgeve om dit huijs binnen te besciete, boven te verhemelen die betstede ende gaelderieën anders te maken na den besteck 165 U' 10 sc. „uitgeve van alle wagenscot te behouwen ende te be- reijen ende voert om alle die wagenscot te sagen na den eijsch als dat behoert 39 ffi 5 sc. 8 d. „utgave van stofiferinge van bedde, gordijnen, dekenen, slaeplakenen, cussene ende dat totte outaar behoeft en dier gelijck 114 fc 5 sc. 4 d. „noch gegeven van boven te scildre, van stoele voor die bedden, van horden, van potten, cannen, croesen, ketelen ende dier gelijck 54 fi>’ 8 sc. 8 d. IN HET DORP „DIE HAGHE" 275

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 303