IN HET DORP „DIE HAGHE”
277
van de baijert beloe-
poerte voor ’t inrijden der hooiwagens, een batch en
poerte met rijet gedeckt en van de roede van den ouden
batch 2 grote ladders gemaect, waerna in 1567 in dat
barchhof werd getimmert een nuwe bouhuus, „waer
die beesten staen”, mede met rijet gedect. De rekening
bevat daarvan verschillende posten, o.m.
„van XXXV wage poijnck daer mede 't fondament
gemaect is, wage zants, daerin te stampen, huet calx,
LIV dusent steens, elcke 1000 voor 8 st. en 2 st. vracht
idem XIX dusent steens, kesine en alrehant hout, rachters,
sparren en latten,vim rijets, busse locksnoers,
rietdeckers, metselair mit twe truweelen, opma, hout-
sagers, knechts des dages elc ad 5 st., glaesen in ’t nuwe
bouhuus,Daarop vermeldt diezelfde rekening nog
„gewerckt ant pestelencie-huijs, 5000 bacsteen, 15000
dropsteen.”
Ao. 1514. Een nuwe baijert gemaect ende an grote
balcken, XIII wagen zants, XI hoet calx beslaen, VIII
dusent steens, ijserwerck, glaesmaker, 18 daghen metse
lair ad 5 st., 21 daghen timmerman ad 5 st., 17 daghen
opman ad 3 st., betsteden en twee „horden dije daerin
ghebraken”.
Somma van
pen: 62 tb' 14
Ao. 1517. Over
baijert: 1® IIII s.
Van het „lant” dat het gasthuis in 1471 bezat in 't
noerteijnde van die Haghe, was het als tuijn bewerkte
gedeelte in 1511 vercoft aan Dierck Kerssgens, aldaer
wonende, daarop houwende erffelick 2 ’s jaers, doch
,,de groete weij’’ voor de melkkoeien van ’t gasthuis
benut, werd in 1582 voor f 4800 aangekocht ter ver-
grooting van den tuin van het voor Willem Goudt, de
utgeven ende oncost
s. 4 d.
een maecksel van nuwe trappe in de