286
HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS
den Haghe in
De jaarcijfers zijn die der betrokken rekeningen.
naar oude gegevens, de indeeling van
straten en erven ten jare 16001603.
Ook de waardevolle vogelvlucht-caerte in 1616 door
Bos en van Harn van den Haag gemaakt, geeft geen
licht, enkel uit de rekeningen van 1488 tot 1575
valt bij benadering op te maken, uit welke gebouwen,
lokalen en onderdeelen het toen achtereenvolgens be
stond.
Het nieuwe gebouw sedert 1904 dienstdoende, heeft
zoo weinig karakter, zoo weinig eigenaardigs, mist zoo
geheel en al het typische en het vriendelijke van het
meerendeel onzer vroegere gasthuizen of hofjes, dat ik
dit maer onbesproken laat.
In de rekeningen worden genoemd de volgende onder
deelen:
„dat bac-huus en onse backhuus-knechts.
„de barch (de hooiberg) en het barch-hof (1539)twee
grote barchroede (1519): den barch upghevijselt” (1532).
Ao. 1488 „om 4 nijeuwe barchroeden, een nijeuwe laen
aen de barch, 4 nijeuwe vitten an de barch, wegende
tsamen 32 ffi', een ijseren bant andenselven barch, een
nijeuwe vijsel daeran, de smit van den vijsel te beslaen
ende van dat ijserwarck dat daer toe behoert om den
barch mede te heffenom latten op denzelven barch ver-
besicht, vijf voer rijets an den barch ende an een cleijn
huijskin daerbij".
„de bedde-camer. (1506) betsteden, beddegardinen,
42 fc roeden ghebesicht, betstroe, horden, slaeplakenen,
dekenen, oercussen, oercussen-sloopen of fluwijnen.
„de beijaerf, (de oude en de nieuwe) met (nuwe)
bedden beset (1517)had haert- en vloertegelen en gewitte