IN HET DORP „DIE HAGHE” 293 dobbelden pompback, als „een in de rekeningen sprake van een van meerdere gasthuis benut als Pest-huis en van af 1607 tevens als DoZ-huis. „de plaetse, later in de ordonnanciën de wandel- plaets genoemd, was bestraet, en werd meermalen her- straet en effen gelegd.” „het pijs-huijs, was met riet gedekt; (1489)„het pijs- huijs scoen te maecken”. „de poerte, de utganck van het barch-hof”, was aan de achterzijde in de Lap-straat, en is op het kadastrale plan van Ao. 1600 nog aanwezig, doch niet de poert in de Molen-straet Ao. 1510 met riet herdeckt. 1489: „gemaect een nijeuwe poert bij den batch, after dat gesch.”. De nuwe hartsteene poirt, de ge wezen hoofd-ingang in de Gasthuis-straat, werd door J. Gerritszn. gemaect in 1637. „de pomp. De bornput aan de Vismarct vóór het Gasthuis, en op de bestrating van dit huis staende, behoorende tot het huis werd Ao. 1626 veranderd in eene pomp bet. „de pompmaker de nieuwe pijpe, wegende 425 tot 3j/2 st. ’t pdt, mitsgaders binnen werd bij hem gelevert een nijeuwe pomp, die tot dienst van dit huijs als van de gemene buijre gemaeckt, volgens zijn ce- dulle” LXXVI Reeds in 1623 is er ervaren pompmaecker, in 1626 reeds pompen. Ao. 1639 geleverd anders,” ad XIX <K'. „het portaal. Bij den nieuwbouw in 1505 kreeg het Gasthuis een portaal, daartoe toegang gevend. (1509): „ses hangelesse ant portael int nuwe gasthuus”. „de proveniers-camers of huiskens worden bij name nergens in de rekeningen genoemd, dezer onderhoud toch

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 322