Het Beheer.
Het Gasthuis zijn stichting en eerste vaste inkomsten
dankend aan den Graaf van Holland, bewoner van het
Kasteel, bij hetwelk het dorp die Haghe was ontstaan,
stond onder 's Graven toezicht, dat namens dezen werd
uitgeoefend door zijn rentmeester en 4 gasthuismeesters,
gekozen uit Heeren in 's Graven dienst.
Sedert de Graaf hier niet meer zetelde en het Gerechts
hof diens woning had betrokken, trad de Rentmeester
generaal van Noord-Holland, namens de Graeffelijkheyt
als Supperintendent of Opper-gasthuismeester op, de
gasthuismeesters kiezend uit leden van het Gerechtshof en
uit aanzienlijke burgers, een bestuur, weldra gewoon bij
uittreding of versterf van een zijner leden, zelf een plaats
vervanger te kiezen, en waarvan beurtelings een ge
durende een vol jaar de taak van rentmeester waar
nam. Omstreeks Ao. 1526 echter zich daarvan ont
lastend door aanstelling van een bezoldigd rentmeester,
waarna de rekeningen langzamerhand hare toelichtingen
en daarmede hare geschiedkundige waarde verliezen.
De oudste rekeningen, die over de jaren 1355 tot en met
1487 zijn verloren gegaan, die vanaf 1488—1812, behou
dens enkele, bewaard gebleven, waarvan die over de
jaren 1488 tot ongeveer 1550 hare waarde ontleenen
aan de toelichting bij menigen post gegeven, teneinde bij
de aflezing en voor accoord verklaring dier rekening,
in het volgend voorjaar of soms later nog, het geheugen
der mede-gasthuismeesters te hulp te komen. Blijkbaar
werden de meeste posten overgenomen uit de week-
of maand-boekjes der binnen-moeders. Na aanstelling
van een bezoldigd rentmeester werden de rekeningen
echter steeds beknopter, minder zeggend, ten slotte
eindigend in eenige verzamelposten, voor geleverd
HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS
300
Lis