DE BEHUIZING VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Zij die de kunst en de geschiedenis van hun vader land liefhebben, moeten het betreuren, dat de openbare meening zoo weinig vatbaar is voor het streven om oude gebouwen van kunstwaarde en waaraan historische herinneringen zijn verbonden, uit sloopershanden te houden en voor het nageslacht te bewaren. Het valt niet te ontkennen, dat het in bewoonbaren staat bren gen en het onderhouden van dergelijke gebouwen zonder het architectonisch geheel te schaden, niet gemakkelijk is. Daarvoor worden vereischt, behalve groote vakkennis en vertrouwdheid met de historie der verschillende bouwstijlen, veel omzichtigheid en piëteit bij de uitvoe ring door gemis aan een en ander is er, helaas ook, en niet in geringe mate, waar de Staat het werk op zich nam, veel onherstelbaar te loor gegaan. Eveneens is het hoogst bezwaarlijk die oude gebouwen, wanneer zij bij den Staat in gebruik zijn, aan de steeds stijgende eischen van den dienst te doen beantwoorden zonder den oorspronkelijken stijl te bederven. Ten op zichte van de behuizing van de Eerste Kamer der Staten- Generaal, eens de zetel van de Staten van Holland, DOOR DEN GRIFFIER DER KAMER. MR. H. ZILLESEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 32