IN HET DORP „DIE HAGHE"
301
huis,
bier voor geleverd linnewaet leveringen,
soms over een geheele maand of langer nog, kortweg
vermeld.
Blijkens
in de XVIIe
wedden van
trooster en
moeder en van
Alle Maandagen moest hij tusschen half één en één
uur in het kantoor van het Gasthuis zitting houden om
inlichtingen te kunnen geven en op den lsten van elke
maand, door den kamer-bewaarder, eene som van
fl 200.toezenden aan den Regent, die maand belast
met de dagelijksche huishouding.
De afhooring der jaar-rekening geschiedde als eertijds.
Voor trouwe administratie moest hij een borg stellen;
hij genoot fl 280.’s jaars, bovendien fl 20.voor het
afschrijven der rekening en voor het stellen van de
huur-cedulen van de huurders, boven de fl 100.per
jaar, fl 2.50 ’s jaars en van een huur daarbeneden, 30
stuivers ’s jaars.
Het Gasthuis was in 1355 bedoeld te zijn, een Gods-
een Chariteits-huis, voor het zich ontwikkelende
dorp. Daar klopte aan de arme vreemdeling, de pelgrim,
de arme, de door een ongeval of ziekte getroffene, hij
of zij die geen te huis had, het oudje dat alléén was
overgebleven, de wees, de verlatene, de zwerver, en
ook zoo menig ander hulpbehoevende nog.
En allen die toen iets gevoelden voor het lijden
van hun mede-mensch en voor het groote nut van dit
Gods-huis, steunden het met hun giften en gaven in
eene oude aanteekening moest de rentmeester
eeuw tegen quitantie uitbetalen de jaar-
den doctor, den chirurg en den zieken-
uit de hand, de loonen van de binnen-
de dienstmeisjes.