IN HET DORP „DIE HAGHE
303
1767 berustend in het Gem.-archief.
Zie het Memorieboekje van
Regenten, wier vrouwen als Regentessen, bij afwisseling,
’s maands het toezicht over de zieke-zaal, over de tafel,
de keuken en het personeel hadden, en de honneurs
waarnamen aan de bestuurs-maaltijden, bij enkele dezer,
behalve elk 2 gasten, den Rentmeester, den Predikant,
den Docter, den Chirurgijn en den Apotheker uit-
noodigend.
Nadat in den jare 1740 „om den dueren tijd en om
onordentelijkheeden voor te komen, de jaerlijksche
Vasten-avondmaaltijd met zijn vermaaklijkheeden was af
geschaft, zoo zijn de ordinaire maaltijden van de Heeren
Regenten en van de Vrouwen Regenten vier gebleven,
te weten„De eerste of Slacht-maeltijd, gehouden in
de maand November, als het spek zooveel dagen in ’t zout
heeft geleegen, dat het bekwaem is om te eeten; meest
op een Saturdag.
„De tweede of het Reeken-maal gehouden op Saturdag,
die het naast komt voor off na St. Nicolaesdagh, zijnde
den 6<m Dec. en werd zoo genaamt, omdat alsdan door
den Rentmeester gedaen werd de Jaarlijksche Reekening
van des Gasthuis inkomen en de gedaene uitgaven,
op welke rekening en maaltijd, de Rentmr.-generaal,
opper-Gasth.-m. by missive eenige weeke te voren wierd
geïnviteert, nevens toezending van Reekening ter
eximinatie.
„De derde of het Groote maal werd gehouden op
den tweeden Kersdag, en werden daarop genodigt de
docter en zijn vrouw, alsmede de apotheker en zijn vrouw,
mitsgaders de chirurgijn en zijn vrouw.
„De vierde of het Koude bouten maal werd gehouden
in 't laatst van de maand January, zonder dat de dag
bepaald is, maar gemeenlijk op een Saturdag”.