HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS
308
dat hij ’t beste doen zoude van sunte agniete dach af
beginnende o. tijen tot bamisse toe daer en fac. en pond,
holl. XIII ffi VI sh. VIII d.”
1511: „itemgheg. meester Dirckgen upte achtste dach in
Julio van dat hij alle dije zijecken dije ghebreclike waren
van pocken ende ander ghebrecken ghemeestert heeft
ende alle daghe ghevisiteert heeft drie vierendeel jaers
lanck, hijr of meester Dirck geg. bij consente ende ghoet
dunck van mijn medegesellen 8 ffi.”
1512: „meester Dirck dat hij dije ziecke mannen haer
baerde gescoren heeft ende dije ghebreckelicke zijecke
ghemeestert 1 XIII s. 10 d.”
1513: „in Augusto verricht mit meester Dirckgen van
dat hij William Claes oeck zijn been dat ghebroken was
ghemeestert heeft en noch een meijssijen ghemeestert heeft
ende Dirck Claesz mede ghemeestert heeft.”
1520: „meester Jan barbijr, alias fluwele oghe, van dat
hij onse zijecke in onse gasth. ghemeestert heeft een
gheheel jaer lanck, daer of hem ghegeven 6 ffi.”
1522„ghecoft upte leste dach van december in de apteek
dinghe daer hij solfs of ghemaect heeft om te besmeren dije
zijecke mense dije seer ghebrecig van de pocken X s VIII d.”
1554: „Cornelis chirurgijn van dat hij’t gasthuijs ghe-
dijnt heeft een halff jaere ll1/^ gl.”
1561: „Cornelis chirurgijn de somme van 5 gl. voor een
jaerwedde.”
1563: „de chirurgijn Cornelis bij den wedde weder
aangenomen next Arent Wendelijsz chirurgijn, wonende
op de vischmerct, des jaers om guldens, also de
ziecken in ’tgasthuijs verlangden, dat Arent eens inde
maent int gasthuijs quam.
1564: „Cornelis chirurgijn 5 wedde ende van coppen
te onderhouden van een quade vent die int gasth. over
leden is 2 ffi.”