IN HET DORP „DIE HAGHE”
309
verscheijde
De dienst Gods.
Zondag
lezen en
1581: „Kethel, chirurgijn eenige personen int gasth.
te cureren van eenige gebreecke, nyet in sijn ordinaris
wedden begrepen ende over sijn salaris en verdient
loon 3 W.”
1584: „de chirurgijn van Moerkerck 6 tb' een jaer
weddens vant gasthuijs te deinen als chirurgijn.”
Ao .„1625 bet. aen Burgermeester Quartelaer, als chirur
gijn van desen huijse, van verscheijde cure bij hem ge
daan XLII ft.”
eene post zich herhalenden 15 Nov. 1627 en 1632.
Ao. 1659 „bet. aen Burgermeester Splinter voor gele
verde medicamenten LIIII gl.”
Ao. 1635 „aen Pieter Splinter apothecar V tt’ XVI sc.”
Ao. 1669 „bet. den chirurgijn voor extra ordinaris
moeijte 31 gl. 10 st., sonder in consequentie te trecken.’’
Ao. 1672bet. „wegens ende tersaeckehetligten vaneen
vlies aan de oogen van out sijnde acht en 't seventig
jaren 36 gl.”
De dienst of liever de werkzaamheden in het Gasthuis
zijn te splitsen in den dienst Gods, de verpleging der zie
ken, de opname en verzorging van armen en behoeftigen,
de dienst in den baijert, de voorziening der proveniers,
de bediening van de waag, het wanthuis en de visbanken
en niet zelden het verstrekken van hulp aan hen die in
den catholieken tijd niet opgenomen konden worden.
De dienst Gods had plaats in de kapel alwaar elke
en minstens 3 maal ’s weeks misse werd ge-
Zondags tevens een sermoen werd gehouden,
welke weekmissen werden betaald uit het fonds der
cappelije door Hertog Albrecht geschonken.
Na afloop van de Zondagsche sermoen vaak gehouden