316
HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS
Opname en verzorging van armen en behoeftigen.
meesters een jonghe meijt besteed, dije zijeck gheworden
was van de pestilenci, mitte heilige geestmeesters upte
geest tot Adriaen Ockersen, daert gasth. cost of gehat
heeft in 3 volle weken 1 IV sc.”
Ao. 1513 „nov. betaelt Adriaen Oekersz ter cause dat
hij veel zijecke menschen in sijn huijs ghelogeert heeft
dije van de pestelecije sijck waren ende daermede onse
gasth. seer of beswaert en belast soude geweest hebben.
„So hebben dije gasth.meestere mitte gherechte van
de Hage ghesproken als dat sij deze Adriaen Ocker
daar toe ghewillicht hebben. Ende hebben hem besorcht
een grote ruijme huijsinge upte geest, daer hij alle dije
zijecke menschen in genomen heeft ende heeft ghehat van
elck zijeck mensche X stuv. ’s weecks. Ende dese coste
sijn betaelt bij sominghe van de buijren van den hage. En
de heijlige geest heeft ooc mede toe gegeven. En onse
gasth. heeft hijr of als te gelde ghehat: XIV ft’.
Het gasthuis hielp arme behoeftigen, arme oudjes
vooral, nam ze op, voor zooveel daartoe plaats was, of
steunde ze geldelijk en door uitdeeling van kleeren,
brandstof en wat meer zij. De taak van beheerend gast
huismeester was een vrij moeilijke en ondankbare, niet
gesteund als hij werd door een voor de zieken verant
woordelijk geneesheer, noch door eene voor het huis
houdelijk gedeelte verantwoordelijke moeder. De genees
heer, barbier, docter of chirurzijn werd enkel geroepen
als ’t noodig was en werd eerst vrij laat tegen eene
jaarwedde voor korten tijd aangenomen, om eiken dag
de kranken te komen visiteeren en de binnen-moeder,
zij was feitelijk meer de „upperste meijd dan wel de
regierster’’, het geheele beheer en toezicht kwam dus