De dienst in den baijert. soon van Lijsbet groet en heeft, soe hebben van Backer tot be- Adriaen voerseijt ghegom hem daermede Sijmonsdr. die int gasth. onderhouden bij...? in ael- misse Ao 1551: „van cleijn huijsraet gecomen van die int gasth. ontfangenis ende aldaer onderhouden wort V Sc.” Ao 1563. „also Adriaen de ghebrec an oock nijt en noch om de gasth.mtr. duer groet en bede hoeff van te redden 3 11'. Ao 1564 bet. Hens Clerk cleermaker franse jongen een houden heeft en tambacht van bij quit 9 ffi.” Omtrent deze, vrij geregeld in zijn verloop, blijkt uit de rekeningen zoo goed als niets, wel dat het rieten dak van het gebouw soms vernieuwing vroeg of de dakvorst met nieuwe zoden moest worden gedekt. De zaal werd evenals de andere zalen jaarlijks „geraicht en gewittet’’, de scoersteen dan geveegd, de groote open haert zoo noodig vermaect en de tegelen vloer hersteld de houten betsteden, wel eens niet vrij van ongedierte werden dan nagezien, bij herhaling voorzien van nieuwe horden en voortdurend van frisch betstroe. Dat men ook hier soms kwam te staan voor onaangename ver rassingen blijkt uit de volgende post: Ao 1537. Van een manspersoon die uijtten baijert ghe- brocht worde in 't pestelaijcie-huijs upt Geest XIII sc. Of ook hier een beijert-vaer aen het hoofd stond is mij niet gebleken. van dat hij een jaer lanck de cost gheg. en onder snijden te leeren, blijckens IN HET DORP „DIE HAGHE” 319

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 349