IN HET DORP „DIE HAGHE"
321
Salvator (de klok)
de memorie 11 ffi’.
sc.
sc.
't welck dat si) hadden laten bereen voer de vriende
ende voer baeren doen lijsbet florijnsdr, begraven was en
an wijn dije de vrouwen droncken ende an wijn dije men
dranck in zijckhuijs, daer dije zijecke lagen ende oec mede
in coke, also dat dije hele maeltijt coste 11 U' VIII
s. VIII d.
„Item dije luijers ende dijese ter aerde dragen XIV sc.
„Item van Salvator (de klok) en ’t graf up te doen te
same V U’.
„Item dije graefmaker VIII
„Item Jan de utroper IIII
„Item de bidster IIII sc.
„Item dije brueders int doester van een dertichste int
theilich cruijsgilde 11 VIII sc.
„Item dije memorie meesters van
XIIII sc. VIIII d.
„Item dije pastoer gheg. VIII sc.
„Item betaelt van misse dije ghedaen werden doen sij
begraven werde X sc. VIII d.
Uit de moeilijke jaren 1552 tot en met 1579 missen
de rekeningen en daarmede alle gegevens; nadien ver
anderde er mede van wege de hervorming langzamer
hand zeer veel in het Gasthuis en nu komen er ordonnan-
ciën die spreken „van de oude luden” en alles angstvallig
regelen.
De ordonnancie van 15 artikelen van 30 Juli 1663 zegt
in Art. 4; „en sal niemant hem onderwinden of moeijen
een ander, maer een ijegelijck sal sijn werck doen, dat
hemluijden tot oirbaer en dienst van den huijse bevolen
is naar sijn vermogen en dienen God Almachtig met
goede maniere en eendragtigheyd, sonder twist of twee-
dragt te maken, veel min dat de een of den ander sullen
staen tergen of quellen met woord of met werke, mis-
21