HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS
322
1767 bepaalde:
seggen of misdoen, maar den andere bejegenen als
broeders en susters betaamt.
Art. 5. De mannen sullen achter in heuren earner
blijven of op de plaats mogen gaan wandelen, sonder
dat sij in ’t vrouwenhuijs bij de vrouwen of in de achter
keuken sullen mogen comen, voor en aleer haar de
bootschap door binnen-moeder of meijssens gedaen sal
sijn, dat sij gelijkelijk sullen comen eten.
Art. 6. Ende als sij luijden aan de tafel gezeten sijn,
so sullen sij luijden allegader gehouden wesen, eer dat
sij eeten, te weten, de mannen blootshooft en de vrouwen
met gevouwen handen, den Here te gebenedijen, en
gegeten hebbende en van tafel opstaande den Heere te
danken.
Art. 7. Ende dat gedaan zijnde zal een ijegelijk naar
sijn werk of op zijn plaats gaan, sonder dat eenig mans
persoon zal mogen blijven sitten voor op den haart, bij
de vrouwen, offe in de achter keuken, nochte ook de
vrouwe op ten haart bij de mans.
Art. 11. Het gehele jaer door sal des middags worden
geschaft ten half twaalf uijren en des avonds van den
1ste Meij tot den laatste Oct., de klokke seven uijren
en van den 1ste Nov. tot den laatste April, de klokke
ses uijren precijs, sonder dat ijemant sal werden gewacht
offt dat ijement na het gebed comende, voor die raijs
aan de tafel sal worden geadmitteert en aan hem of
haar eenig spijs off broodt sal gegeven mogen worden.
Art. 12. Dat nog des middags, nog des avonds langer
sal mogen worden geschaft, dan een uijr lang.” Bij on
behoorlijk respect of bejegenis van de Gasthuismees
ters, hare huijsvrouw of binnen-moeder volgde gedurende
6 weken ontset uit het huis en bij herhaling algeheele
verwijdering.
Het memorieboekje van