334 HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS meer grote braet-pannen, grote iseren braet-emmers, co- peren keetels en potten, de groote-garen ketel, de groote coperen lanterne, het vergiet, tal van iseren kaersen-hou- ders of standerds, de kaerse-back, houten emmers metiseren hoepen; tal van bier-cannen, verschillend van grootte hingen er aan een rek, evenals de lepels aan een ander en tal van cupen, corven, manden, potten, tonnekens, tubbe- kens en verder vaatwerk, dienden tot berging van het noodige en vonden elk hun plaats op een stellaadje. In de regenten-kamer stond de stercke eiken kiste met iseren beslagh en met twee uithangende sloten, waarin alle waardhebbende brieven, stukken en bescheiden werden bewaard en daar was mede het trijsoer met slot en daarin de in 1502 voor VIII sc. „gecofte borse met ses botsen met alrehande munte, elc bijsonder te leggen.” De memorie in 1767 zegt, aangaande de sleutels van kast en kistje in bewaring van de Regentesse, zijnde „De 4 Regentessen hebben ieder een maand om te regee- ren en wiens maand het is, die bewaert de sleutel van de kast en haar maand uit zijnde, zend dezelve de sleutel aan de Regentesse wier maand begint. De sleutel van het kistje werd altoos bewaert door de Regentesse die meest geeloigneert is om te Regeeren.” Voorts spreken de rekeningen nog van allerlei ge reedschap, enz. van een houten berrige om goed in te leggen, van een bijlken, coffers, van haertijsers, van een nuwe korde-wagen, van een overdecte crou-wagen, van kisten, zoo platte als getoefde en geverfde, van doot- kisten, plat of getoefd en in het huis vervaardigd van daartoe gecofte en in plancken gezaagde buecken balcken, soms een 30 in een jaar, van kasten en kijstgens, van de mosterd-molen, van een scabel, van een seriën, van een turf-kiste en turf-mande, van een houten scair mit iser beslaghen, van een beslaghen scuppe, van grote

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 364