sommige rekeningen beloopt het aantal dier meestal
kleine rente-posten tot bij of over de honderddaarop
volgde dan de opbrengst van verkochte eigendommen
of van afgeloste renten, vervolgens de sterk afwisselende
baten verkregen uit waag en wanthuis en aan straet-
recht (voor de vischbanken), vervolgens eenige kleine
posten alsde opbrengst van de verkoop eener coe, de
verkoop van de huiden der geslachte beesten, de ver
koop van het te veel aan boter, kaas en zuivel, de
opbrengst van den henneptuin en van het gedurende
eenigen tijd in de weijde opnemen en laten grazen van
vreemd vee. Eindelijk de gelden ontvangen van hen,
die zich als provenier inkochten en ten slotte volgde
de waarde aan geld en goederen, door hen bij hun
sterven achtergelaten in en aan het huis, en van de
armen of zieken in het huis overleden.
De geschenken, het gasthuis „bi testamente” besproken,
werden in het jaar waarin zij vervielen mede geboekt, als
ook de opbrengst der petitiën geregeld in de Jacobs-kerken
in de gasthuis-kapel gedaan en het, op de borden waar
mede in de godshuizen werd gebedeld, voor het gesticht
ontvangene, als ook hetgeen er geofferd werd in het block
staande in de kapel en inkwam in het aflaats-block aldaar.
Voortdurend werd dit liefdadigheids-huis allen aan
bevolen en de priesters, die daarbij succes hadden, niet
zelden beloond met een nieuwe bonet of zelfs in geld.
Het huis had een zware taak, doch het genoot daarvoor
IN HET DORP „DIE HAGHE”
337
22
Van af 1 April 1579 deelde het gasthuis in de oortgens op de
gulden, in ’t oortgens opgeld, bij den heeren Staeten van Hollandt
den armen binnen den hage en haechambacht gegundt, van de ver
pachtingen van den imposten van wijnen en bieren, enz. die binnen
den hage ende haechambacht verpacht werden, opbrengende o. a-
over een tijt van 3 maanden, te weeten Julius, Augustus ende Sep.
tember anno XVc81 XIV L. 16 s. 3 d.
Ao, 1807 werd het echter afgeschaft.