HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS 338 erven, die dat gast- ook aller achting en vertrouwen, en, als er een vermogend inwoner van den Haag stierf, dan werd niet zelden op diens sterfdag het Sint-Nijclaes-gasthuis extra be dacht: „van Claes de milde ter timmerage behoef”, zegt de rekening van 1504; „om godswillen ontvangen" heet het meermalen„van ijemandt ontf. die nijet gekennt wil zijn”, een ander maal in Ao. 1512, „13 sackstarwe van den rentmeester van Noort-Hollant, Godt loens hem!” zegt de rekening; zijnde de somma totale van alle den ontfanck in Ao. 1506, VIIR LUI H> 5 s. IIII d. een cijfer, een bedrag elk jaar wisselend. Biedt de eerste afdeeling der rekeningen, die der ont vangsten, vergeleken met die van een vorig jaar in den regel weinig verschil, zelden iets opvallends of bizonders, grooter verschil en afwisseling was er in die uitgaven, altijd beginnend met: „utgave angaende dendijenstGoeds, als van missen, waslicht, broet en wijn”, en dan volgen „utgave van renten die ’t gasthuijs jaerlix uitreijcket daert gasth. in ghehouwe is „ancoop van tuijnen, erven, landen tot behoef vant gasthuijs; „ander utgave van sheren hofpenninck, morgengelt, molengeit, scot ende anders; „ander utgave van core, tarwe, gerst en arweten; „ander utgave van bijr, bostel, excise en vracht; „utgave ter verscher mart, elc bij sijn maent; „utg. voer provandije in alle manijere voer dije coken „utg. van turf, hout en tacke; „utg. van dijenstbodenloen en ander loen ande gast huijs verdient; „utg. van vlas en van hekelen; „utg. van reparecij van huijse en huijs toebehoert;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 368