Hol
DE BEHUIZING VAN DE EERSTE KAMER
22
twee verdiepingen be-
de eerste verdieping
die
hof uitspringende gedeelte van
vat twee groote kamers; die van
is thans de griffie der Kamer en die van de tweede de
bibliotheek. Deze bovenkamer heeft nog een fraai,
houten plafond in den vorm van een kruisgewelf, dat
in donkerbruine kleur is geschilderd, waarop de als ver
guld en zilver geschilderde bloem- en krulversieringen
goed uitkomen. Het zal dagteekenen van den tijd, toen
het kwartier voor de Prinses werd in orde gebracht.
Aan de achterzijde, naar den Vijver, heeft het huis
drie verdiepingen, ieder met vier vensters. Op de tweede
verdieping, eerste aan het Binnenhof (zie noot), liggen
tegenover de griffie de kamers van den voorzitter, den
commies-griffier en den griffier, terwijl de derde ver
dieping is ingericht tot woning van den kamerbewaar
der en concierge. Op deze verdieping bevond zich
tegenover de tegenwoordige bibliotheek een ruim, van
een balkon voorzien vertrek, met eene houten zolde
ring in den vorm van een tongewelf, in denzelfden trant
beschilderd als die van de bibliotheek. Bij de verbouwing
in 1879 verdween deze kamer en werd het plafond op
gesteld in het Nederlandsch Museum van geschiedenis
en kunst te Amsterdam in het Rijksmuseum.
Ongeveer zeventig jaren hadden de Staten van
land vergaderd in dezelfde localiteit, welke echter bouw
vallig begon te worden. Zij gevoelden behoefte, ook
bij de uitbreiding van hun macht en aanzien, aan eene
ruimere en betere behuizing en wenschten hunne ver
gaderzaal „bequamer, aensienlijcker en commodieuse-
lijcker (te) maken, soo wel ter eeren ende tot luste van
de provincie als tot beter commoditeijt van de leden”.
Eene commissie uit hun midden verkreeg de opdracht
op den 3den October 1651 de noodige plannen te maken;
reeds den 3den Februari 1652 legde zij teekeningen en