340
HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS
„van Joffrou van camp III 'fi,' 8 s. VIII d.
de post, Ao. 1497, „een brief van 2 ’s jaars gecoft
up een huijs, ut goede guijnste” toont dat het destijds
vaak moeilijk was het kapitaal rentegevend te plaatsen.
de post, Ao. 1497, „utgegeven en betaelt voor een
confirmatie van hartog phs. roerede van dellenmate, en
anders oncosten daer om ghedaen XL 'tb'”, toont, welk
een belangrijke uitgave het bevestigen van een vroeger
verkregen recht door een volgenden Graaf vorderde.
de posten, Ao. 1527: „van wijn totte pastoers-huijs
verdronken doemen dat huis vercoft dat naest dije
pastoers-poert staet.
Ao. 1530 „bet. ter cause van de maeltijt als ’t lant
vant gasth. gehuijrt worde 11 ffi”, toonen dat des
tijds bij alle verkoopingen of verhuringen tot besluit
werd gegeten of gedronken, heur post „wijn coop”
meebrachten.
de post Ao. 1535: „die gasthuismeesters gaen tot
’s Gravensande 't nije landt besien, aan waghenhuijr en
oncosten XXV sc. VI d.”, dat het gesticht ook betrok
ken was bij de groote indijkingen aldaar nadat de Maas
zich van die plaats had teruggetrokken.
de post, Ao. 1542 bet. van wijn die den armen in
’t gasthuijs gehadt hebben upte ommegancx-dach XV sc.”,
toont, dat zij dien dag feestelijk onthaald werden,
evenals de zieken, die dan versch vleesch of versch
spek kregen een bizonderheid destijds en bier in plaats
van wijn; ook op de hooge kerkelijke feestdagen,
die 4 hoechtiden, op Paeschen, Pinksteren, Kerstmis en
Sacrements dag kwam er versch vleesch en gevogelte
(gansen) op tafel en kreeg ieder zijn halve pint wijns en
wat rozijnen, vijgen of fine koeck toe.
De ommegang-dagen, waren toen dagen van betee-
kenis voor een plaats, elke plaats bijna had dan ook