IN HET DORP „DIE HAGHE”
341
tafelzilver.
Omstreeks Ao. 1632 is er bij de maaltijden sprake van
en vrij onkostbaar,
feestmaal, de reke-
en
dese rendants leste overgaende reeckeninghe
die Superintendent ende mrs. vant gasthuijs
van rendent twee avonden een
oude gewoonte en heeft gecost
en an dranck XXI ft als bij
sc.
de zijne; in de rekeningen is sprake van den ommeganck
in den Hage, van dien te Loosduijnen, van dien te
Eijckenduijnen en bij herhaling van dien te Delft, die
van heinde en verre werd bezocht, van wege de ver-
tooning van „het spel van Jesse”.
De maaltijden der gasthuis-meesters, met name het
Rekenmaal, eerst hoogst eenvoudig
veranderden langzamerhand in een
ning van Ao. 1585 zegt daarvan: „Inne ’t hooren
sluijten van
hebben
mette moeders, ten huise
maeltijt gehadt, als naer
an spijse XII ft X s.
specificatie facit XXXIII ft X
rekening van Ao. 1623 „voor de maeltijt in December
laetsleden bet. X CII ft III s. VI d.
Voor de groote maaltijt in 1642 bet. CII ft II s.
In 1645 kostte de maaltijt, daarbij echter inbegrepen
de maentcedulle IICVII ft XV s. III d.
In 1649 met de maentcedulle III CXXIIII ft'XIX s. VI d.
In 1683 zelfs 392 gl. en 11 st., daarbij is toen sprake
van fruit.
Bedragen, eene eeuw vroeger, meestal slechts IV tot
VI ft, of met inbegrip der maentcedulle hoogstens een
XXV tot XXX ft.
Op 10 Oct. 1714 besloten de Regenten, aangezien
de Heer van Wassenaar, Bailjuw van den Haag nu
tot drie werven toe door hen uitgenoodigd tot de kers-
maaltijt, sich heeft geëxcuseert, dien Heere Bailluw niet
meer te versoeken, omdat sij verstonden dat die nodinge