I Een en ander ontleend aan de overgebleven bescheiden, moge, met het uit de vroegste rekeningen vermelde, volstaan om althans eenigermate een beeld te geven van hetgeen dit gasthuis was en deed in vroegere tijden, ontving en uitgaf, gedurende eenige eeuwen beteekende in en voor den Haag, Tot laatste bron van inlichting dienen nog de bestaande afbeeldingen van dit huis. Heel veel licht geven zij echter niet, want dit hoogst eenvoudig gasthuis, grootendeels verscholen binnen nauwe straten, had uit- en inwendig blijkbaar niets, dat een schildersoog trok, zijn kapel wel, deze is hoezeer buiten diensten reeds vleeschhal ge worden, bij herhaling afgebeeld, het gasthuis enkel bij de Riemer. Uit bijgaande plattegrond van Kerk- en Marktplein, blijken juiste ligging en omvang van het voor de algemeene tafel, terwijl van af 1673 of vóór dien reeds rijst per bael wordt aangekocht. De slacht tijd is gebleven tot in de XlXe eeuw, dat was een feest-tijd in het gesticht, 4 mannen en 5 vrouwen kwamen daarbij helpen, en, na het slachtmaal der Regenten, volgde het slachtmaal der inwonenden, aan welke dan tevens beulingen, enz. van de slacht werden uitgedeeld. De barbier, hoe zeer nog heel lang in eere, ver dween eindelijk voor een eigen docter en een eigen chirurg en, was er soms een oculist noodig, dan werd deze van buiten ontboden, uit Dordrecht in 1672, uit Amsterdam in 1805: bet. 22 Meij oculist Nissen van Amsterdam f 50 voort ligtten van de oogen van Anto nia van Beek, wedu. van Essen.’’ En het gasthuis, ruim drie eeuwen ’s avonds kenbaar aan de brandende lantaarn bij zijn hoofd-ingang uit hangende, werd in 1678, bij de invoering der straat verlichting van overheidswege van die taak ontheven. IN HET DORP „DIE HAGHE" 349

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 379