DER STATEN-GENERAAL
23
eene begrooting van kosten aan de vergadering over.
Door tusschenkomst van Johan de Witt, destijds nog
pensionaris van Dordrecht, werd door den architect
Pieter Post, den bouwmeester, met Jacob van Campen,
van het Mauritshuis, de Oranjezaal van het Huis ten
Bosch, enz. het plan verbeterd en eene nieuwe teeke-
ning gemaakt, waarop reeds den van diezelfde
maand het besluit viel om den bouw volgens het nieuwe
ontwerp onder toezicht van Post te laten uitvoeren.
In het stadhouderlijk kwartier, dat door den dood op
den eersten November 1650 van den Stadhouder Willem
den Tweede was vrijgekomen, lieten nu de Staten in
het gedeelte tusschen den Vijver en de Stadhouderspoort,
op de tweede verdieping langs het Buitenhof, eene
vergaderzaal voor zich inrichten, door een muur tusschen
twee vertrekken te doen wegbreken. Als souvereinen
der Provincie hadden zij de beschikking over het stad
houderlijk kwartier, „omdat het stond in het Hof, dat
behoorde tot de Grafelijkheids-Domeinen van het Oude-
Noordholland Met de Gecommitteerde Raden, het uit
10 leden bestaande uitvoerend college der Staten, die
op de eerste verdieping reeds eene kamer in gebruik
hadden, betrokken zij verder de geheele verdieping.
Gelijkvloers waren sedert het grafelijk tijdperk ver
schillende ruimten door den financieelen dienst der
provincie ingenomen.
Reeds in 1655 was het nieuwe van baksteen opge
trokken gebouw, lang 31 meter langs den Vijver, diep
16 meter en hoog ruim 24 meter, onder dak. Dat jaartal
prijkt dan ook in een eikenhouten medaljon boven de
oude, zware eikenhouten toegangsdeur tot de op de
eerste verdieping gelegen groote vergaderzaal.
Onder deze zaal, gelijkvloers met het Binnenhof,
waren drie vertrekken, alle met geschilderde plafonds,