350 HET SINT-NICOLAAS-GASTHUIS In het dorp die Haghe in het midden der XlVe eeuw bescheiden begonnen met een enkel huis, op een be trekkelijk veel te klein, door drie straten omsloten ter rein gelegen, heeft dit gesticht reeds dadelijk daarvan al de last moeten ondervinden, verplicht zijn kapel aan de overstraatzijde te bouwen, inplaats van op het einde of bezijden de zieken-zaal, zoodat er voor de bedlegerigen in die zaal apart dienst moest worden gegeven. Aan koop van erven was niet doenbaar, de waardevolle perceelen langs de oostzijde, langs de Hoech-straat ge legen, waren daartoe te duur, zoodat het gasthuis lang zamerhand zijn eigen bleekveld, zijn eigen barch-hof, zijn eigen boomgaerd, zijn eigen hennep-tuin en wandel- grond moest bezetten met gebouwen, zijn lastige en besmettelijke zieken niet voldoende kon afzonderen en, zoolang er nog geen huis was voor de dollen, voor de melaatschen, voor de pest- en pokken-lijders, deze moest uitbesteden bij arme menschen ter verpleging, bij de appelcoepster, bij den scoelapper, eigenlijk bij wie er zich, tegen betaling, over ontfermen wilde. Eindelijk zien wij ook het bouhuis met de koestal en de melkerij verdwijnen, alsook de barch, daarna het was-huis, eindelijk de beijert, op 't laatst de zieken en de armen medetoen is het geworden een proveniers huis en daarna een huis, enkel voor vrouwelijke com mensalen doch zonder ruime, vriendelijke binnen-tuin, gesticht en van de er toe behoorende overstaande Kapel; overigens bestaat er niets dan een plattegrond van het gebouw in 1904, op het moment, dat het buiten dienst gesteld en verlaten werd; bij herhaling echter verbouwd en gedeeltelijk van bestemming ver anderd, blijkt daaruit niets van den toestand in de XVe, de XVIe of XVIIe eeuw.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 380