DE BEHUIZING VAN DE EERSTE KAMER 24 I omgeven door rijk verguld lofwerk op witten grond, be stemd voor de Gecommitteerde Raden. Het grootste, 13,20 meter in de lengteen 12,20 meter in de breedte volgens Ising, 11,90 bij 14 meter volgens Peters, diende hun voor vergaderzaal. De zitplaatsen, door eene balustrade afge sloten en onder een verhemelte, waren opgesteld in het midden der zaal, tusschen vier zandsteenen dorische, met vergulde bloemen en bladeren, versierde kolommen, die den vloer der groote vergaderzaal schragen. In den westelijken muur was een sierlijke, zwart met goud geschilderde schoorsteen, waarin een schilderij van Jan Lievens de arithmetica voorstellende. Na 1795 werden deze vertrekken voor allerlei doeleinden gebruikt, voor namelijk voor archief, waarbij zij van al wat hen sierde beroofd werden. De vergaderzaal van Gecommitteerden werd, dank zij het krachtig doorgezet, rusteloos streven van Victor de Stuers, in 1880 gerestaureerd, waarbij het schilderstuk weder in den schoorsteen werd geplaatst en het verguldsel hersteld. Helaas is deze zaal in 1913, met de aangrenzende kamers, welke echter ge heel kaal zijn, ingenomen door het departement van Waterstaat, dat er zijn archief heeft ondergebracht, zoodat er door de tot aan de zoldering reikende, kort op elkaar geplaatste rijen loketten van de fraaie in richting niets meer te zien is. De toestand is dus weer geheel dezelfde als vóór de restauratie, die Ising in zijn „Het Binnenhof, het kwartier der Staten van Holland” (bl. 35) de woorden in de pen geeft: ,,Men kan zelfs moeilijk meer zien hoe het vertrek er uitziet, zoo vol gepakt staat het met archieven van het Kabinet des Konings”, waarop hij verontwaardigd doet volgen: „Aldus houdt men in Nederland zijn historische zalen in waarde. Mogen wij ons eindelijk in eene betere op vatting verheugen!”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 38