EEN HAAGSCHE PREEKSTOEL OP HET EILAND TEXEL 361
De middelen der jonge kerkelijke gemeente waren
zoo weinig ruim, dat zij voor haar meubilair naar
„koopjes” moest uitzien. Nu trof zij het, dat juist om
trent dezen tijd een kerkgebouw met meubelen en al
werd geveild. Dit was de Engelsche kerk aan het Noord-
einde te 's-Gravenhage.
Bij Kon. Besluit van 8 Januari 1822, nr. 97 was de
Engelsch-Hervormde Gemeente te ’s-Gravenhage ge
supprimeerd, hare eigendommen waren ter bewaring
toevertrouwd aan de Ned. Herv. gemeente. Het ge
bouw en de grond waarop het stond, kwamen terug
aan de stad ’s-Gravenhage, die deze voormalige H. Sacra
mentskapel in de 16e eeuw genaast en in 1595 aan de
Engelsche gemeente in bruikleen had gegeven.
In het Haagsche gemeente-archief vindt men een aan
plakbiljet (Catal. Bibl. D f 18), waarin wordt aangekon-
digd, dat op Maandag 13 April 1840 publiekelijk zullen
worden verkocht de Engelsche kerk met twee daarbij
staande huisjes mitsgaders erven1). „En zal ook na den
21en April worden verkocht het orgel, mitsgaders de pre
dikstoel en banken in de voorschreven kerk voorhanden”.
Het gemeentelijk Grootboek de archivaris was
zoo vriendelijk hierop mijn aandacht te vestigen be
vat ten jare 1840 een post, waaruit blijkt, dat de preek
stoel „met aanbehooren” voor de som van f 83.is
Op deze plaats staat thans het huis Noordeinde Nr. 10. Eenige
jaren geleden is de benedenpui van dit huis verbouwd, maar men
vindt hier aan de noordzijde nog den toegang, de z.g. Gasthuispoort,
welke oorspronkelijk naar het H. Sacramentsgasthuis leidde. De
Riemer I, blz. 413 geeft een afbeelding van de in 1840 gesloopte kapel
met huisjes te weerszijden. Zie ook v. Sypesteyn in Haagsch Jb. 1889
blz. 58, waar echter verkeerdelijk wordt gezegd, dat die kapel met
den grond in 1827 werd verkocht aan den heer Weimar, die er een
gansch nieuw „gebouw, ingericht voor verkooping van schilderijen
en prenten, deed oprichten”.