362 EEN HAAGSCHE PREEKSTOEL OP HET EILAND TEXEL
De titel is: „Gezicht van D’Engelsche kerk in ’sHage met de
vergaderde Macaenat.en en verdienstelijke jongelingen ter belooning.
Eerbiedig opgedragen aan Haare Koninklijke Hoogheid Mevrouwe
de Princesse van Orange en Nassau etc.
gekocht door Johs. Engs. Van Ellinkhuizen. Dit was een
timmerman aan den Z. W. Binnensingel.
Nu blijft ons nog aan te toonen, dat deze in 1840
geveilde preekstoel inderdaad dezelfde is als nu in De
Cocksdorp staat. Hierbij helpt ons een in het gemeente
museum aanwezige prent (Invent, nr. 1075) welke ons
een kijkje geeft op het inwendige der Engelsche kerk.
Het is een uit de hand gekleurde ets door Maria
Margareta La Fargue voorstellende de jaarlijksche prijs-
uitdeeling aan verdienstelijke jongelieden ten tijde van
prinses Anna 1).
Hierop herkent men duidelijk het klankbord met de
vlammende urnen, het gekroonde wapen en de naar
den topvaas leidende voluten. Ook de paneelen aan de
kuip met haar versiering van gekruiste, door een krans
gestoken takken zijn er te onderscheiden. De trap ziet
men niet, maar met haar zwierige krul tot leuning, waar
binnen zich meesterlijk gesneden acanthus-biadwerk
slingert, sluit zij zich zoo uitnemend bij het overige aan,
dat men wel moet aannemen, dat ook zij van dezen
kansel deel uitmaakte. Van het doophek, dat op de prent
niet te zien is, valt dit niet met even groote zekerheid te
zeggende paneelen zweemen iets meer naar den vollen
stijl van Lodewijk XIV, en aangezien in het boven
aangehaalde veilingsbiljet van een doophek geen gewag
wordt gemaakt, tenzij wij het onder het „aanbehooren”
moeten rekenen, zou het mogelijk zijn, dat dit doophek
niet uit de Engelsche kerk afkomstig is.