364
DE BOEKERIJ VAN MR. JOHAN MEERMAN
t
T
vertaling van Molière’s Mariage force 1). In 1767 vin
den we den veertienjarigen jongeling in Leipzig, waar
hij studeert onder leiding van den beroemden professor
Ernesti. In 1768 en ’69 bezoekt hij Dresden en Berlijn,
even wipt hij dan over naar Holland, vanwaar hij weer
spoedig naar Göttingen vertrekt, waar hij tot 1771
studeert onder leiding van Prof. Chr. Gr. G. Heyne.
Dan roept het overlijden van zijn vader hem weer
naar ons land en van September 1771 tot den zomer van
1774 vinden we hem als student in de rechten inge
schreven aan de Universiteit van Leiden.
Hier studeert hij onder de Professoren Ruhnken (Ruhn-
kenius), Lod. Kasp. Valckenaer, Fred. Willem v. Pestel,
Bavius, Voorda en Joh. N. Seb. Allamand en zet hij in
1774 de kroon op t werk aldaar door te promoveeren tot
meester in de beide rechten op een proefschrift getiteld
Specimen iuris publici inaugurale de Solutione vinculi,
quod olim fuit inter S. R. Imperium et Foederati Belgiï
Respublicas.
Na zijn promotie gaat hij reizen en bezoekt achtereen
volgens Engeland, Schotland, Ierland, Frankrijk, Zwit
serland en Italië. In den zomer van 1776 is hij weer
in ons land terug. In 1780 verschijnt het achtste deel
van den „Novus Thesaurus” 2), een verzameling van
Molière, ’t Huwelijk tegen wil en dank. Blijspel overgezet uit
't Fransch door J. Meerman. [Rotterdam], 1764. 8o.
Een exemplaar van dit boekje bevindt zich in 't Museum Meer-
manno-Westreenianumt is naar den smaak der 18de eeuw gebonden
in rood marokijn. Gelijk bijna al de boeken van dit Museum is
ook dit boekje zoo gaaf en zoo goed geconserveerd alsof ’t juist van
den binder was gekomen.
2) Suppiementum Novi Thesauri iuris civilis et canonici,ex collec-
tione et museo Meermanniano. Post patris obitum edidit et praefa-
tione instruxit. Joannes Meerman. Hagae-Comitum, 1780. fol.